Leesautobiografie

Het allereerste boek waarmee ik in contact kwam was een boek die dagelijks aan mij werd voorgelezen in de avond. Dit boek bevatte kleine verhaaltjes in het Pools voor elke dag, dit betekende dat er dus 365 verhaaltjes in dit boek geschreven waren. Het enige wat me hiervan is bijgebleven is het verhaaltje dat op mijn verjaardag werd voorgelezen en over een octopus ging. Dit is waarschijnlijk ook één van de redenen waardoor ik Pools kan spreken. Hierna heb ik me niet echt gefocust op boeken omdat ik het altijd al tijdsverlies heb gevonden. Pas in het 4e leerjaar, toen ik verplicht werd om een boek te lezen, begon ik met één van mijn eerste boeken te lezen namelijk 'Duivelsteen' geschreven door Patrick Bernauw. Het boek was ongeveer 100 pagina's lang wat ik al ontzettend dik vond omdat ik er het nut niet van inzag om een boek te lezen. En elke keer toen ik weer verplicht was om een boek te lezen, las ik het zo dunst mogelijke boek. Hoe saai of slecht het ook mocht zijn, ik wou er zo min mogelijk tijd in steken. Een van de reden hiervan is dat ik ontzettend traag lees en er al enorm lang over doe om een klein tekstje te lezen. Ik had gewoon geen boek nodig om weg te dromen en ik vond het daarboven op nog eens verspilling van tijd, omdat je al je aandacht aan die lettertjes moest besteden. Daarom ging ik veel luistercassettes en CD's halen in de bib omdat ik zo de boeken niet hoefde te lezen, maar werden ze voor mij voorgelezen. Zo kon ik tegelijk een verhaal beluisteren, en mij ondertussen met iets anders bezig houden. Ik zag lezen als iets serieus en niet als tijdverdrijf. In het 6e jaar werd ons verplicht om elke twee weken een boek te gaan halen in de bib die niet te ver gelegen was van de basisschool. Toen koos ik ook altijd de dunste boekjes die ik zag, maar deze mochten we meestal niet lezen dus moest ik voor een ander boek gaan beginnen zoeken. Plots kwam ik op een non-fictief boek uit dat over jonge drugsverslaafden ging wat ik eerst met tegenzin heb gekozen maar later is dit boek mij zeker niet tegengevallen. Vanaf het middelbaar mochten we onze boeken niet meer zelf kiezen, maar moesten we ons houden aan een lijst en daaruit kiezen. Ik vond dat er in deze lijst enkel dikke en saaie boeken stonden. Deze heb ik dan met tegenzin gelezen. Vanaf het 3e middelbaar kwamen de boekentoppers eraan die ik grotendeels helemaal geen toppers vond op enkele na namelijk diegenen die over drugs en criminaliteit gingen. Deze soort boeken interesseren mij zeker en lees ik zelfs met heel veel plezier. Omdat het over een wereld gaat die meestal niet bekend is bij ons, maar meer in de Zuiderse landen. Wat ik vooral fascinerend vond over deze boeken is hoe de maffia en kartel wereld in mekaar zit, dit is soms wel gewelddadig en bloederig. Dit zijn één van de weinige boeken waar ik mijn tijd nu wel aan zou verdoen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten